Stoppen als scheidsrechter? Dat nooit.

Agressie is een groot probleem in het amateurvoetbal. Vooral scheidsrechters hebben te maken met verbaal en fysiek geweld. Toch blijven duizenden van hen ieder weekend hun wedstrijden fluiten. „Het is een prachtig vak.”
Bron: https://www.nrc.nl/nieuws/2019/09/06/stoppen-als-voetbalscheidsrechter-dat-nooit-a3972472

Peter de Waard heeft de hele zomer doorgetraind. Twee keer per week met de Scheidsrechters Vereniging Amsterdam en ook nog zelf in de sportschool. Om zijn conditie op peil te houden. Hij zit, samen met twee assistent-scheidsrechters, in de kleedkamer van AVV Swift op het Olympiaplein in Amsterdam. Het is dinsdagavond, de regen raast over de velden, hagelstenen tikken op het kunstgras.

Er staat een oefenwedstrijd op het programma tussen de amateurs van Swift en Huizen. De Waard is vanuit zijn werk (hij is projectmanager in de bouw) naar huis gereden, heeft snel wat eten gemaakt en is daarna naar het sportpark gegaan. Ook scheidsrechters, zegt hij, hebben oefenwedstrijden nodig.

De tenues komen netjes gestreken uit de tas. Met assistenten Gideon Schogt en Gert van der Roest gaat het gesprek even over de nieuwe spelregels voor het komende seizoen. Dan nog naar de wc en een halve liter water achterover gieten. „Ik ga nu mijn assistent-scheidsrechters toespreken”, zegt de scheidsrechter. Hij gaat staan, benoemt eerst Schogt tot „eerste grensrechter” en start een peptalk.

„Mannen, we doen het met zijn drieën vandaag.”

„Neem de verantwoordelijkheid voor jouw zijde, bij overtredingen en als de bal uit het spel is.”

„Neem zelf de regie bij een corner.”

„Maak oogcontact met elkaar. Ik heb liever dat we samen hetzelfde foutje maken dan dat we een tegenstrijdige beslissing nemen die bij spelers en technische staf opvalt.” Het amateurvoetbal heeft veel last van agressie op de velden. Scheidsrechters en spelers vertelden eerder tegen NRC over incidenten die ze meemaakten: scheldkanonnades, vechtpartijen, mishandeling – soms zo ernstig dat mensen blijvend gewond raken. Ieder jaar worden meer dan duizend wedstrijden gestaakt. Sommige scheidsrechters weigeren nog langer naar bepaalde clubs in hun regio te gaan.

Toch denkt De Waard, net als veel collega’s, geen moment aan stoppen. Op de vraag waarom je überhaupt nog scheidsrechter zou willen zijn, was zijn antwoord: „Kom maar eens kijken, dan kun je zien hoe mooi het vak is. We zijn allemaal liefhebber.”
De Waard is lang niet de enige scheidsrechter die met groot enthousiasme sprak over het fluiten. Martin Arends vertelde afgelopen weekend dat hij vorig seizoen tegen de grond werd gegooid door een speler – het voelde erg bedreigend. Toch baalt hij ontzettend van de zomer.

„ Het duurt me veel te lang”, zegt de scheidsrechter uit Dalen. Soms fluit hij wel drie wedstrijden in een weekend. Vrijdagavond een zaalvoetbalwedstrijd en zondag op het veld, dat sowieso. En dan belt hij soms ook nog de voetbalbond om te vragen of hij zaterdag óók ingedeeld kan worden. Hij krijgt 25,60 euro per wedstrijd, daar hoeft de logistiek manager het niet voor te doen. Hij gaat zijn eenentwintigste seizoen in. Kleding moet hij zelf betalen, schoenen ook. Geeft niet, zegt Arends: „Het is gewoon geweldig om tussen die vier lijnen te staan en ervoor te zorgen dat die 22 spelers een leuke wedstrijd hebben.”

Spelregelkennis

Nederland heeft zo’n zestig lokale scheidsrechtersverenigingen, die onder de vlag van de landelijke scheidsrechtersvereniging COVS werken. Ze hebben bij elkaar ongeveer vierduizend leden. De verenigingen organiseren wekelijks trainingen en regelmatig avonden om de spelregelkennis op peil te houden. De meeste leden van scheidsrechtersverenigingen fluiten op hoger niveau – de concurrentie om de beste plekken kan hard zijn. De meeste verenigingen merken ook niet dat jonge scheidsrechters terughoudend zijn om te gaan fluiten vanwege incidenten op de velden.

Frank Sanders, de voorzitter van de scheidsrechtersvereniging in Doetinchem: „Je ziet veelal oudere scheidsrechters stoppen vanwege de agressie op de velden en verbaal geweld. Jonge jongens gaan gelukkig wel de fluit ter hand nemen. Alleen doordat ze weinig tot geen ervaring hebben zie je vaak hier de wedstrijden worden ontregeld. Ze moeten nog vlieguren maken.”

Roel van der Werff, de voorzitter van scheidsrechtersvereniging De Langstraat in West-Brabant, ziet twee groepen: de mensen die gegrepen worden door het fluiten – die gaan vaak heel erg lang door. En de mensen die er bij een incident meteen genoeg van hebben. „Je bent scheidsrechter of je bent het niet”, zegt hij.

Voor veel scheidsrechters is het fluiten dé manier om nog op het veld te staan. Peter Geerdink is begonnen toen hij zelf niet meer kon voetballen. Ze noemen hem weleens Bas Nijhuis, naar de eredivisie-scheidsrechter. Hij is ook lang, en fluit niet bij elke kleine overtreding. Geerdink is verkeersregelaar geweest – hij denkt dat hij het spel daardoor beter overziet. Het liefst fluit hij in de Achterhoek. „Een hele mooie competitie”, zegt hij. „Er is veel respect voor elkaar. Je doet het uiteindelijk voor je plezier.” Stoppen zal Geerdink nooit, zegt hij: „Ik ben geboren met de bal en ga de kist in met de bal.”

Adrenaline laten zakken

Op het Olympiaplein krijgt een verdediger van AVV Swift een stevige tackle te verwerken. Peter de Waard rent erop af. Hij spreekt de dader toe, zijn stem is vanaf de kant goed te horen. „Dit wil ik niet meer zien, anders mag je gaan douchen”, zegt hij. Zoals de hele eerste helft al protesteert bijna niemand tegen zijn beslissingen.

In de rust klinkt het gehijg van de scheidsrechter en zijn assistenten door de kleedkamer. Ze drinken een sportdrankje. „Even de adrenaline laten zakken. Je moet niet meteen gaan analyseren”, zegt De Waard. Na een paar minuten vraagt hij aan Gert en Gideon hoe het gaat, of hij signalen van ze heeft gemist, wat hen is opgevallen. Het gaat prima, vinden ze. Ze noemen een paar spelers die zich agressiever gedragen dan de anderen: ze pikken alle drie dezelfde spelers eruit.

„Als de spelers moe worden, gaan ze meer overtredingen maken. Ze kunnen het niet meer belopen, gaan het compenseren met slidings en hun irritatie uiten ze richting ons”, zegt De Waard. Voor de tweede helft weet hij het daarom al: „Eerder fluiten, korter erop zitten.”

Afgelopen seizoen heeft De Waard voor het eerst in zeventien jaar een wedstrijd gestaakt. Vanwege commentaar op zijn fluiten – elke beslissing werd op een gegeven moment bediscussieerd in het veld. Er zijn nu eenmaal, zegt hij in de rust, elk jaar een paar wedstrijden die niet lekker lopen. Vaak bij clubs die tegenpolen van elkaar zijn: universiteitsstudenten tegen jongens uit een volkswijk bijvoorbeeld. De Waard: „Vroeger nam ik zo’n rotwedstrijd het hele weekend mee, dan was ik chagrijnig. Nu is dat minder. Ik geniet van de mooie momenten.”

Deze oefenwedstrijd is zo’n mooie avond, vindt De Waard. Het spel gaat snel op en neer. AVV Swift wint uiteindelijk met 6-0. „Voor mijzelf zaten er wel weer een paar leerpunten in, met name positie kiezen, wel of geen voordeel geven of alsnog een gele kaart tonen”, zegt De Waard na de wedstrijd. Het is al laat als hij weer naar huis gaat, klaar voor het nieuwe seizoen.

Comments are closed.