Ericanen Langenberg, Tooi,Veenstra en Pals promoveren
Voetbalscheidsrechter Douwe Pals schuift door naar landelijke top

ERICA- Meer dan ooit is het de tijd van de voetbalscheidsrechter. Sinds de invoering van de VAR, het videosysteem waarbij overtredingen tot in detail op videobeelden kunnen worden nagekeken, ligt het vak van voetbalscheidsrechter onder het vergrootglas. Beslissingen die in een ‘split second’ moeten worden gemaakt bepalen, althans op het allerhoogste niveau, wie er met het grootste belang vandoor mag gaan. Juist met het WK voor dames in Frankrijk speelde enkele VAR-uitkomsten een beslissende rol in het behalen van de finale en hun uiteindelijke tweede plaats Amateur-scheidsrechters hebben geen beschikking over deze elektronische ondersteuning. Enerzijds een geruststelling dat de sport en ook het ‘vak’ van scheidsrechter puur mensenwerk blijft, anderzijds zou het een onbetaalbare en wellicht afhankelijk makende ondersteuning worden. Immers, de scheidsrechters zouden minder alert hoeven zijn, omdat ze toch terug kunnen vallen op deze ondersteuning. ‘ En dat is niet aan de orde’, legt de 48-jarige promovendus Douwe Pals uit Erica. Hij is samen met z’n dorpsgenoten Elwin Langenberg, Erik Tooi en Martin Veenstra dit jaar gepromoveerd. Voor Douwe zijn die promoties extra bijzonder omdat hij in de hoofdklasse mag fluiten op het veld en in de zaal zelfs op eredivisieniveau. Reden voor dit gesprek.
‘Voor mij is het fluiten van wedstrijden een stuk ontspanning, bezieling en invulling geven aan m’n ambitie om hierin veel te kunnen groeien. Ik ben gebrand op beter worden en me ontwikkelen. En dat komt het fraaiste tot z’n recht als je goed in je vel zit. Het aanvoelen van de ‘vibe’ in het spel, de juiste communicatietoon zien te vinden in de wedstrijd. Ja, dat heeft allemaal een beetje met het zogenaamde ‘gogme’ van het spelletje te maken. Dat is zo mooi als je dat in het veld kan bereiken’.
Uitspraken die het legertje voetbalkijkers wellicht verbaast, want is niet juist de scheidsrechter altijd de gebeten hond, de man die naar de opticien moet of niet goed bij z’n hoofd is….??? En dat ook op niet mis te verstane wijze te horen krijgt….en soms zelfs bedreigd wordt…. En in het aller allerergste geval zelfs het leven erbij kan laten….Je moet wel een plaat voor je kop hebben om dit leuk te vinden….
Douwe is een gedreven mens. In z’n werk als projectmanager, maar zeker ook in deze tak van sport. Je schopt het tenslotte ook niet voor niets tot arbiter in de hoofdklasse op het veld en in de eredivisie in de zaal. Dan ken je de regels, voel je het spel aan, pas je in het KNVB-profiel en straal je gezag uit. Dat laatste is zeker van toepassing op Douwe, die met z’n donkere, streng priemende ogen z’n bezoeker onderzoekt. De vergelijking met voormalige UEFA-arbiter baas Pierluigi Collina gaat misschien te ver, maar de ogen komen in de buurt. Dat gaat ook zo met de spelers, die hem natuurlijk al vanaf het uitstappen uit z’n auto aan een strenge visuele keuring onderwerpen. ‘Ja, dat merk je inderdaad. Al bij aankomst op het sportterrein weet je dat er naar je gekeken wordt. Zelfs de auto waarin ik rij is al onderdeel van de ‘total scan’ van spelers en bestuur. ‘Zou dat ‘m zijn’, zie je ze dan denken. Vanaf dat moment ben je al onderdeel van de wedstrijd.
Douwe is een scheidsrechter die z’n hobby uiterst serieus uitoefent. Weliswaar als argeloze toeschouwer van zoon Mark bij de F-jes in het vak gerold, maar al snel gepromoveerd tot ‘hulpouder’, reikt z’n ambitie nu naar het hoogst haalbare. ’Natuurlijk stel ik doelen. Immers, zonder doel kan je niet scoren. En ik leef ook naar m’n passie. Ik ben zuinig op m’n lichaam. Mijn conditie wordt voor tachtig procent bepaald door m’n voeding. Geen strak dieet of zo, maar heel bewust met bijvoorbeeld brood, aardappelen en vlees omgaan. Van alles een beetje, vooral niet teveel. Consistentie is belangrijk in mijn optiek. Ik rook niet en gebruik geen alcohol. Voor de rest zorg ik met hyperinsentief-interval-training dat ik m’n loopconditie op peil hou. Dat werkt voor mij. Ik ben niet van het uren hardlopen of zo. Maar ik haal de KNVB norm op deze manier prima. En die ambitie van mij reikt ver. Hoe ver, zal de toekomst uitwijzen, maar ik merk dat die ontwikkeling bij mij op dit moment nog sterk groeit. Ik voel me fit en energiek en draag dat uit in het veld. Daarmee krijg je een goede waarneming, cruciaal voor de juiste beslissingen. We moeten het spel spelen zoals het hoort. Ik heb de regels niet verzonnen, maar we moeten ze wel zo correct mogelijk toepassen en interpreteren. Precies zoals in het leven zelf. Zo eerlijk en veilig mogelijk mee omgaan. Fouten maken doen we allemaal, dat is een gegeven. Maar fouten erkennen en kijken hoe je die op de beste manier kan gebruiken om verder te leren, dat is de kunst. Slim gebruiken en toepassen in de sfeer op het veld’.
Natuurlijk zou Douwe het hoogste haalbare willen bereiken. Dat is voor het veld bij de amateurs doorgroeien naar derde en tweede divisie en voor de zaal naar internationaal. Alleen denkt hij dat je daarvoor al iets jonger zou moeten beginnen, al is de leeftijdbegrenzing van het fluiten door de KNVB enkele jaren geleden afgeschaft en laat hij zich door niets weerhouden om door te stomen. ‘Het spel is gewoon hartstikke leuk en dat is goed fluiten ook. Mijn ambitie en passie liggen op doorgroeien. Daarom weet ik ook niet waar mijn grens ligt. Daar kom ik in de loop der jaren wel achter’.
Zelf werd hij zo’n twaalf jaar geleden gegrepen door het vak van spelleider toen hij zich bont en blauw ergerde aan de moeizame manier van leiden tijdens een wedstrijd van zijn zoon Mark bij DZOH. Of hij het beter kon, was de vraag direct. En ja, de volgende wedstrijd mocht hij het spel leiden en waarachtig, het ging al stukken beter. Na een paar wedstrijdjes kwam de clubleiding met het verzoek of Douwe niet wat vaker aan de bak wilde. ‘Op die manier ging het balletje rollen en zo ben ik cursussen gaan volgen. Tot aan de ontwikkeling van vandaag de dag. De zaal doe ik pas sinds een paar jaar, maar toen ik het Protos Weering toernooi ontdekte was ik meteen verkocht. Geweldige sfeer en ambiance. Afgelopen seizoen draaide ik de finale, dus dat voelde ik wel als een beloning voor m’n ontwikkeling’, legt Douwe uit. ‘ Als ik de kansen krijg laat ik ze niet lopen.’
Ondertussen tankt Douwe regelmatig extra ervaring op bij oefenpotjes van onder andere FC Emmen en in het verleden topklasser/2e divisionist WKE. Onlangs mocht hij zelfs de dameswedstrijd Heerenveen – Ajax fluiten met 3500 man op de tribune. Wat hem daarbij opviel was de totaal andere beleving, minder gezeur, onvoorspelbaarder en het dichter bij elkaar spelen. Brengt hem ook bij de in de scheidsrechterij alom gebezigde uitdrukking: ‘verwacht altijd het onverwachte’.
Tot voor kort ontving hij vijfmaal per jaar een beoordeling, vanaf nu zal dat verhoogd worden tot 7 beoordelingen per seizoen. Juist om de stap omhoog te stimuleren en de concurrentie feller te maken. Ooit begonnen in de laagste reserve klasse stoomde hij snel door naar 5e en 4e klasse, toen een tijdelijk dipje vanwege privé omstandigheden, om vervolgens weer als een speer door te groeien naar de eerste klasse. Dat ging aanvankelijk super goed, totdat een knieblessure roet in het eten gooide. Meniscus eruit en weer een jaar revalideren. Inmiddels al weer even geleden en de stijgende lijn werd weer ingeslagen met deze promoties als kers op de taart. Douwe werd overigens geboren in het Amsterdamsche Veld, ging op school bij obs De Peel, voetbalde zelf in de jeugd bij SC Erica, SV Twedo en VV Emmen, en 1 seizoen bij de senioren van VV Bargeres in het derde en stopte daarna vanwege z’n werk. Hij fluit nu 1 x in de zaal op vrijdagavond en 1 x in het veld op zondag. En op welk niveau hij nog terecht kan komen, blijft een verrassing. Duidelijk is wel dat de KNVB het in hem ziet zitten en dat de regionale afdeling van scheidsrechters HZOD onder voorzitterschap van eveneens plaatsgenoot Theo Hein, trots op zijn ontwikkeling is.
Artikel geschreven door Wessel Berkhout en is verschenen in het Erica Journaal